In dit hoofdstuk is er gesproken over organische stof. Maar ook de term ‘humus’ werd genoemd.
Wat is het verschil tussen organische stof en humus? Bekijk de film.
Het bodemleven verteert plantenresten tot humus. Dat heet humusvorming (humificatie). Het bodemleven breekt de humus ook weer af (mineralisatie). De humus wordt afgebroken tot:
De vorming en de afbraak van humus vinden gelijktijdig in de bodem plaats. Deze twee processen zijn afhankelijk van de temperatuur. Humusafbraak gaat snel bij een temperatuur in de bodem boven 10°C. Ondanks dat er dan ook humusopbouw plaatsvindt, overheerst de humusafbraak. Bij een lage bodemtemperatuur is er juist meer humusopbouw dan humusafbraak. Dat houdt in dat vooral buiten het groeiseizoen meer humus wordt opgebouwd. In het groeiseizoen wordt de humus afgebroken. Hierdoor komen veel voedingsstoffen beschikbaar voor het gewas.
Is er humus, dan werken de humusdeeltjes als bindmiddel tussen de bodemdeeltjes. Daarnaast zorgt het bodemleven ervoor dat de bodemdeeltjes aan elkaar kitten. Er ontstaat dan een kruimelstructuur. Zo’n kruimelige grond bevat veel lucht en planten groeien er beter op. Humus zorgt er ook voor dat de grond niet gaat stuiven. Bij het ontstaan van de kruimelstructuur zijn ook bacteriën, schimmels en regenwormen betrokken. Zij maken kitstoffen die humus en bodemdeeltjes samen plakken tot stabiele kruimels.
Die kruimels gaan verder samenbinden tot grotere kluitjes. Deze grotere kluitjes worden ook wel aggregaten genoemd. Aggregaten kun je zien met het blote oog. Wanneer je in een goed gestructureerde bodem spit, valt de grond uiteen tot grotere kluiten, de aggregaten en is het geen ‘los zand’.
Als de gronddeeltjes los naast elkaar liggen, zonder de bindende kracht van de humus, heet dat een korrelstructuur.
Kleideeltjes en humus
Humus zorgt ervoor dat kleideeltjes minder sterk aan elkaar gebonden zijn. De grond wordt daardoor makkelijker te bewerken. Vooral op zware kleigronden moet het humusgehalte op peil gehouden worden voor de bewerkbaarheid met machines. Op zandgronden houdt je het humusgehalte op peil voor het bodemleven en het vasthouden van vocht en voedingsstoffen.
Klei-humus complex
Humusdeeltjes vormen een soort brug met kleideeltjes. Dit heet het klei-humus complex. Het klei-humus complex kan mineralen aan zich binden, zoals calcium en kalium. Die mineralen zijn daardoor niet direct meer beschikbaar voor het gewas. De mineralen worden vastgehouden door het klei-humus complex. Er zit dus een voorraad voedingsstoffen in de bodem. Op de lange termijn komen die mineralen wel weer beschikbaar voor de plant. We noemen dat het naleverend vermogen van de grond. Dat wordt ook wel CEC genoemd. CEC staat voor Cation Exchange Capacity, de bindingscapaciteit van het kleihumuscomplex.
Een bodem met een hoge CEC heeft een hoog naleverend vermogen. Er zijn dan veel voedingsstoffen voor de lange termijn beschikbaar.
Ga nu door naar de volgende pagina.
©2020 Nederlands Centrum Mestverwaarding